De zenweg is een weg zonder woorden. Toch proberen wij, mensen, altijd opnieuw woorden en uitdrukkingen te vinden voor onze ervaringen op de weg. Sommige van die teksten kunnen helpen bij het verdiepen of in perspectief brengen van de eigen zenweg. Maar nogmaals: teksten, begrippen, definities, … zijn slechts krabbels in het zand, met de uiterste behoedzaamheid te gebruiken. Zo ook deze!

28 maart 2024 • Zenzaterdag/Paaszaterdag

Dat is zeker zo in ‘Zen in de Poort’ dat zich altijd bekend heeft als een plek van interreligieuze, zelfs intermonastieke dialoog.


Alleen al door zijn plaats in het Poortgebouw van de Abdij van Averbode is de zendo tegelijk een plek op de grens én een verbinding tussen twee tradities die elk op hun manier de grote intuïties van de mensheid hebben verbeeld, bewaard, overdacht en verhaald.Elk van die vertolkingen heeft zijn eigen zuivere kleuren en er is niet de minste nood aan die zuivere kleuren te vermengen. Waar ze elkaar wel ontmoeten, zeker op deze stille Paaszaterdag als alle geluiden zijn verstild en zelfs de klokken naar Rome zijn vertrokken, als alle lichten zijn gedoofd op een enkel flakkerend kaarsje in het duistere kerkschip na, is de stilte van het zitten in de aanwezigheid van het mysterie, in de aanwezigheid van het onzegbare, van wat niet uit te drukken valt in onze beperkte woorden.

De Hart Sutra zegt het zo: ‘vorm is leegte, leegte is vorm’ en beide affirmaties zijn tegelijk waar maar zij zijn ontoegankelijk voor het rationele nadenken. Het relatieve en absolute ontmoeten elkaar ‘in the still point of the turning world and there is the dance and there is only the dance’ (T.S. Eliot, The Four Quartets).

Vorm is leegte en dat is Goede Vrijdag met zijn ogenschijnlijke triomf van lijden en dood. Er is de kenosis, de ontlediging van God die zozeer de mensheid heeft liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon als een crimineel van gemeen recht laat sterven op het Kruis. Deze kenosis was voor een zenmeester en filosoof als Masao Abe het element in het christendom waar hij ten diepste voor boog. Er is de ontlediging van de volgelingen van Jezus, eenvoudige vissers die zoveel hadden gehoopt, zoveel hadden gedroomd: van de droom van de nieuwe messias tot de wereldlijke triomf die Palmzondag in het vooruitzicht stelde. Al die dromen ontvallen hun hulpeloze handen. Meer zelfs, zij moeten de eigen lafheid in de ogen zien van toen ze hun Heiland in de steek lieten: echte helden zie je zelden.

Maar dan is er Pasen: leegte is vorm. Die oneindige creatieve leegte die zich elke seconde uitdrukt in vormen is het feest van de opstanding, van de zekerheid, van de hoop tegen alle beter weten in. De Heer is werkelijk verrezen en ook de leerlingen, met voorop de vrouwen aan het graf, delen in deze wedergeboorte van de hoop. Met achterlating weliswaar van heel veel onterecht gebleken werelds vertrouwen want nu is duidelijk dat Zijn Rijk niet van deze wereld is. Het zal evenwel nog duren tot Pinksteren voor de Geest over hen vaardig zal worden en het wonder van de wederopstanding ook in hen belichaamd zal worden en zij de blijde boodschap van hoop en opstanding over de wereld zullen uitdragen.
Maar tussen Goede Vrijdag en Pasen in ligt deze stille Paaszaterdag, het punt waar het absolute en het relatieve elkaar raken als twee pijlen elkaar midweegs treffen hoog in de lucht (Sandokai, van Shih-t’ou Hsi-Ch’ien, Jap. Sekito Kisen ). De Hart Sutra brengt beide perspectieven bijeen zonder dat één perspectief de bovenhand krijgt: ‘er is geen lijden en dood’ maar tegelijk ‘er is niets anders dan lijden en dood’. Of zoals de Hartsoetra telkens opnieuw bevestigt:

  • Zo is er in de Leegte geen onwetend-zijn en ook geen einde van onwetend-zijn,
  • geen ouderdom en dood, geen einde ook van ouderdom en dood,
  • geen lijden, ook geen oorzaak en geen opheffing van lijden,
  • geen weg en ook geen inzicht, geen bereiken en geen niet-bereiken.


Enkel zó zitten in zazen (shikantaza) is niet de weg naar verlichting maar het ís de belichaming van de verlichting, ongeacht of dat nu zo voelt of niet. Het is zitten met grote inzet, grote twijfel én groot geloof. Het is tegelijk de wacht houden en waken bij het kleine lichtje dat flakkert en toch verhindert dat de donkere ruimte van het kerkschip in het duister verdwijnt. Het is zitten in niet-weten, het is zitten met de hele sangha die ook onze betreurde gestorvenen omvat over tijd en ruimte heen.
Straks, met Pasen, zal het klinken: Christus is opgestaan, hij is waarlijk opgestaan. Khristos voskrese! Voistinu voskrese! Haristus Fukkatsu! Jitsu ni Fukkatsu!

Dit klinkt weliswaar totaal anders dan ‘Gata, Gate, paragate, parasamgate, Bodhi Svaha’ en er is niet de minste behoefte om ze tot elkaar terug te voeren. Wel zijn het intiem verwante vertolkingen van dezelfde diepe intuïtie van de mensheid en ze drukken dezelfde jubel uit: lijden en dood hebben niet het laatste woord:

gate, gate, paragate, parasamgate, bodhi, svaha gegaan, gegaan, voorbijgegaan, en met alles samen zelfs voorbijgegaan aan het voorbijgaan. Ontwaakt zijn!



Geert Mortier